
Instellingswet Productschap voor Groenten en Fruit
Artikel 2
1
Het productschap is ingesteld voor de ondernemingen, waarin:
de teelt van groenten, landbouwpeulvruchten, welke groen worden geoogst, vroege aardappelen, fruit, noten of kruiden wordt uitgeoefend;
groenten, landbouwpeulvruchten, fruit, noten of daaruit verkregen producten, met uitzondering van slaggrondnoten en copra, worden be- of verwerkt;
de handel - met uitzondering van de aanvoer-, transito- en driehoekshandel - wordt uitgeoefend in groenten, landbouwpeulvruchten, welke groen zijn geoogst, fruit, noten, of uit deze producten of uit andere dan groen geoogste landbouwpeulvruchten verkregen producten, met uitzondering van slaggrondnoten en copra.
2
Als ondernemingen, bedoeld in het eerste lid, worden mede aangemerkt de veilingen van de in dat lid bedoelde producten.
3
In deze wet worden onder groenten mede verstaan uien, eetbare zwammen, specerijen, specerijgewassen, consumptiespecerijzaden en plantgoed van groenten en aardbeien, met uitzondering van plantsjalotten en plantuitjes.
4
In deze wet, met uitzondering van de artikelen 3, 6 en 12, wordt onder handel mede verstaan de werkzaamheid van tussenpersonen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.